Antwerp 10 miles – 17 april 2016
Voorwoord
Het is nu een week geleden dat ik de 10 miles van Antwerpen gelopen heb. Met in gedachten die jongen en de bejaarde man, twijfelde ik lang of ik mijn verslag zou publiceren of niet. Want buiten deze gevallen die in de media zijn voorgekomen, waren er nog anderen, minder erg maar toch belangrijk genoeg om me doen te twijfelen.Zo’n massa-evenement meelopen, is iets geweldigs en ook overweldigend…en spijtig genoeg trappen velen in die val. De voorbereiding dient optimaal te zijn en moet je je grenzen respecteren, wat sommigen wel eens durven vergeten.
Ik wou met mijn blog mijn ervaringen beschrijven, in de hoop dat jullie ook zin kregen om dit eens mee te maken. Maar, nu komt het grote probleem: het is eigenlijk geen goed voorbeeld. Mijn voorbereiding zat mank, met veel te weinig trainingen en veel te laat kunnen starten door ziekte en daarbij nog een griepje tijdens training. Omdat ik dit allemaal besefte, zijn de 10 miles voor mij wel een feest geweest, ik wist waar mijn grenzen lagen en dit is dan ook wat ik jullie wil meegeven: ken je grenzen.
Alvast veel leesplezier.
Verslag
We hadden besloten om met de trein naar de Antwerp 10 miles te gaan. Dus nadat we ’s ochtends ontbeten hadden, vertrokken we. Met een tussenstop langs onze paarden, ging het richting treinstation en dan Antwerpen. Ik was wel een beetje zenuwachtig en langs de andere kant was het wel spannend. Er waren al verscheidene berichten in de media verschijnen van de strenge veiligheidsmaatregelen op de 10 miles.
Dat merkten we al direct toen we in het Centraal Station van Antwerpen kwamen: je zag er op verscheidene plaatsen gewapende militairen staan.
Van daaruit ging onze reis te voet verder naar linkeroever via de voetgangerstunnel. Onderweg kregen we het gevoel dat we in een belegerde stad waren. Nu ja belegerde is misschien een groot woord, maar dat gevoel was er toch wel: overal sirenes, politie en militairen dat voorbij reden, helikopter in de lucht. Aan de ingang van de voetgangerstunnel stond een hele rij zwaarbewapende militairen, als je daar voorbij moet wandelen, voel je je toch heel klein.
We waren ruim op tijd, dus konden we ook nog naar de lopen van de kinderen kijken. Altijd geweldig om te zien, ik raad dit zeker aan als er een kinderloop, ga eens zien. Natuurlijk hebben we ook de short run en de ladies run gezien. Hier liep het voor sommigen toch al mis en gingen er over hun limiet.
Dan brak het grote moment voor mezelf aan: de start van de 10 miles. Na nog een opwarming en wat stretchoefeningen, konden we ons naar de startbox begeven. Hier merkte ik toch wel iets vreemd op: zoals altijd waren er tempomakers aanwezig. In de meeste gevallen staat die met de snelste tijd vooraan en die met tragere tijd achteraan. Zodat de snelle lopers direct kunnen lopen en niet gehinderd worden door de tragere lopers. Dit geldt natuurlijk ook andersom hé: zodat de tragere lopers niet omver worden gelopen of te snel starten.
Nu was dit dus niet het geval: de tempomakers van 1u40 stond vooraan, hoe lopers die deze snelheid wilden volgen en zoals gewoonlijk wat later aansluiten met de gedachte traag = achteraan, bij deze tempomakers konden geraken, was me een raadsel. Want zo’n startbox is wel een drukke bedoening. De tempomakers van 1u20 en 1u30 stonden een stuk verder naar achter, die van 1u20 ongeveer iets voor de helft als ik me niet vergis (dus daar waar ik stond) en de andere tempomakers stond nog verder naar achter. Dit vond ik totaal niet goed georganiseerd, als je tempomakers aanbied, moeten ze wel ‘bereikbaar’ zijn voor de lopers. In Brussel wordt de startbox nog eens opgedeeld in de verscheidene tijden, misschien valt dit toch eens te overwegen.
Pang, daar was het shot en alle gedachten over startboxen waren vergeten. We waren vertrokken voor 10 miles door Antwerpen. Het enig wat nu telde was een comfortabel tempo vinden en genieten, vooral genieten. Het juiste tempo vinden, is in het begin moeilijk. Je wordt toch altijd een beetje meegesleurd door de andere lopers, de toeschouwers en de adrenaline van het moment.
Na 2,5 km draaiden we richting de snelweg en natuurlijk de Kennedytunnel. Omdat ik wist wat hierna ging komen, doseerde ik mijn krachten en liep rustig de helling van de tunnel af. Want nu kwam er een eerste echte uitdaging: als je de tunnel verlaat, moet je meer dan een kilometer klimmen. Hier zag je de eerste lopers reeds sneuvelen. Op de bocht over de snelweg was er zelfs al iemand die hulp van het Rode Kruis en zelfs een ambulance nodig had. Toch een beangstigd gevoel. Daarom besloot ik om zeker mijn snelheid en hartslag onder controle te houden. Mijn tijd kon me gestolen worden (oké eerlijkheidshalve wou ik toch onder mijn streeftijd blijven, maar niet ten koste van).
Juist voor de Bolivartunnel was er een eerste bevoorradingspost, ondanks dat er op de website vermeld stond dat er AA sportwater ging zijn, was het gewoon Barleduc water (simpel bronwater dus). Mij maakt dit niet uit, maar als je sportwater belooft, zorg dat dit er is.
De eerste kilometers zijn voor mij altijd lastig, waarin ik me afvraag waarom ik dit doe. Daarbij loop ik graag zo’n evenement in stilte zodat ik kan genieten. Met als het gevolg dat ik bijna ruzie had met mijn man. Die was maar aan het uitleggen en grapjes aan het maken en toen we de Bolivartunnel verlieten, zei ik dat hij moest zwijgen of anders alleen lopen (en spijtig genoeg niet op een vriendelijke manier). Dus daar liepen we alletwee mokkend en zwijgende de laatste meters omhoog. Een geluk dat zoiets snel vergeten is tijdens een loop en toen we halfweg de 10 miles waren, was alles weeral vergeten en taterde hij er weer vrolijk op los….. en ik luisterde niet meer (handig, moest ik veel eerder doen).
Als je op de kaaien en over de Meir loopt, denk je maar aan 1 ding: subiet komt het: de Waaslandtunnel. De kilometers tussen de Kennedytunnel en de Waaslandtunnel gaan daarom voorbij zonder dat je eigenlijk beseft waar je loopt. Je ziet en hoort het publiek en je wordt gedreven door hen. Daardoor lijken die kilometers voorbij te vliegen. Ik moest me hier echt inhouden en zorgen dat ik niet over mijn snelheid ging, want ik wou met voldoende reserves de laatste kilometers aanvatten. Op de kaaien bevond zich een tweede bevoorradingspost, naar mijn gevoel te dicht op de eerste. Hier heb ik me echt geërgerd aan verscheidene lopers. Er was zelfs iemand die sneller was dan mij en me gewoon opzij gooide zodat hij het bekertje dat ik juist wou aannemen, kon pakken.
Op de Meir draaiden we af en toen werd het voor iedereen duidelijk: we gingen naar de gevreesde Waaslandtunnel. De spanning tussen de lopers werd voelbaar. Nog 1 bevoorrading wachtte er ons op en dan was het zover. Op de beats van de StuBru deejay en de het publiek begonnen we aan onze afdaling. Ook hier gebruikte ik de helling als een recuperatie momentje en vertraagde. Eenmaal onder de grond, kun je alleen nog maar denken aan het licht aan het einde van de tunnel. Want daar ligt bijna de verlossing: de finish.
In de tunnel zag ik weeral verscheidene lopers sneuvelen, sommigen beseften het en gingen wandelen. Natuurlijk waren er die tegen beter weten in bleven lopen. Zo was er iemand die er door het Rode Kruis toch maar uitgehaald werd (ook onderweg al een paar keer zien gebeuren). Iemand die aan de kant moest gaan zitten omdat het echt niet meer ging,… Die mensen van het Rode Kruis hebben echt wel goed werk geleverd, maar er zijn er altijd die erdoor glippen en blijven doorlopen, wat spijtig genoeg niet altijd zo slim is. Vooral als je een ‘gelegenheids’loper bent, en enkel loopt voor de gezelligheid en (hopelijk) voor je gezondheid.
Daar was eindelijk het licht aan het einde van de tunnel. De klim naar boven is lang..heel lang, maar de verlossing is nabij. Ik kon nog vlot blijven lopen, daarmee was ik heel tevreden. Nu wist ik dat ik goed gedoseerd had. Een snelle blik op mijn horloge vertelde me dat ik rond mijn tijd van vorig jaar zat.
Eenmaal boven, doet alles pijn en je vervloekt de 10 miles, maar dan…de laatste draai, het publiek, de muziek en in de verte: de verlossende boog. Je wordt aangemoedigd, je krijgt vleugels, dit was het allemaal waard, je hebt het gehaald. Het gevoel is onbeschrijfelijk. Dan … een domper, toen ik bijna aan de finish was, paniek, allemaal links lopen, Rode Kruis medewerkers die tegen de stroom moesten spurten, …iemand ingestort.
Zoals ik reeds vermeld had, was mijn tijd niet echt belangrijk, maar had ik natuurlijk een tijd voor ogen. Ik ben hier onder gebleven. Dus was ik tevreden, ondanks mijn veel te weinige trainingen, wat ik maar al te goed besef. Ik heb mijn wedstrijd goed kunnen indelen en genoten onderweg, dat is nog altijd het belangrijkste voor een recreant-loper.
Nawoord
Mijn 10 miles waren geslaagd, maar het dubbele gevoel geraak ik nog niet kwijt. Ik wil zoveel mogelijk mensen aan het lopen en bewegen krijgen en ik hoop dat ze allemaal het gevoel van zo’n evenement eens in hun leven ervaren. Want het is een unieke ervaring. Een blessure of een instorting wens ik natuurlijk niemand toe.
De gezondheid is toch nog altijd het allerbelangrijkste. Als jullie besluiten om dit volgend jaar of in de toekomst ook mee te willen doen, is dit mijn advies: ga naar je huisarts, praat erover, laat je testen als het nodig is en zorg voor begeleiding (sportschool, sportarts, energy lab, personal coach,…). Want je gezondheid is nog altijd belangrijker dan je tijd in de krant.
Nog wat vermeldingen waardig:
Onderweg heb ik verscheidene handbikers en rolstoelen tegengekomen, dat waren voor mij de echte helden van de 10 miles. Ondanks hun beperkingen deze prestatie leveren, daar doe ik mijn hoed voor af.
Ook de vele militairen en politie-agenten die voor onze veiligheid zorgen: bedankt om dit feest veilig te kunnen laten doorgaan.
De mensen van het Rode Kruis hebben ook dit jaar weer fantastisch werk geleverd.
Niet te vergeten de vele medewerkers en vrijwilligers die alles mee in goede banen leiden.
Tot volgend jaar.