Brussels 10 miles 2018: klimmen en dalen
In mijn mailbox zat een mailtje met reclame over de 10 miles in Brussel…op woensdag. Ineens deed ik iets wat ‘so-not-me’ is: me gewoon inschrijven zonder erover na te denken. Dat denken kwam nadien wel opdagen. Tot op het moment dat het startschot klonk, bleef ik me afvragen: waar ben ik aan begonnen?
Als je me een beetje volgt, weet je: ik wil alles uitgezocht hebben. Perfect weten wat me er te wachten gaat staan die dag. Nu had ik me ingeschreven, zonder eerst te kijken wat het juist was. Niet dat er veel over te vinden was. Want het was de eerste keer dat de 10 miles in Brussels werden georganiseerd. De website gaf ook niet veel info: pacers, tijdsduur,…nopes. Dus die ochtend vertrokken, zonder echte info. Helemaal uit mijn comfortzone, wat ging dat geven?
Uit mijn comfortzone
Aangekomen is Brussel, was het wel een beetje vloeken. Had ik nu echt niet kunnen opzoeken waar we konden parkeren? Gelukkig vonden we een plaatsje niet ver van het Koning Boudewijnstadion. Jaja het enige echte Koning Boudewijnstadion. Daar gingen we starten, op de piste. Lang geleden, toen ik voor de scouts werkte, was ik hier al eens geweest. Het enige wat me bijgebleven was, was dat het indrukwekkend was.
Zoals het meestal op hardloopevenementen is, zijn de lopers er al vroeg bij. Nog voordat de deuren opgingen op de nummers op te halen, stond er al een aardige rij. Het beloofde een warme dag te worden, maar ’s ochtends was het toch nog wat frisjes om te wachten. Gelukkig gingen de deuren snel open en kon ik mijn nummer ophalen: 666. Ging dit mijn geluksnummer worden? (bekend nummer in de metalwereld hoor) Nu was het wachten op de start.
Netjes opwarmen
Na nog een klein interview, kon ik me gaan opwarmen. Sinds mijn cursus, warm ik zeker op en probeer ook altijd wat looptechniek te oefenen. Die rare gezichten dat ik kreeg, zal ik maar negeren. Ooit bewijs ik dat het helpt (als ik niet in de war geraakt met links en rechts). Dan was het tijd om ons op de piste te begeven. Wat voelde ik me klein. Natuurlijk hier ook nog wat losmaakoefeningen en techniek. Beetje showen kan nooit kwaad. Wie zagen we daar: weer die journalist. Nog wat vervolgvragen en het gezamenlijk opwarmen kon beginnen (wat ik overigens niet meedoe). De smurfen deden zo goed mogelijk mee. Toch was het enige wat ik me kon afvragen: hebben die het niet veel te warm in hun pak? De zon was eindelijk doorgebroken en de temperaturen liepen op.
En daar was het startschot…
En zo waren we vertrokken voor 10 miles door de parken van het Heizelplateau. Laat je niet misleiden door de naam, geloof me maar. Eenmaal buiten het vlakke stadion ging het ineens steil omhoog richting Expo en Brussels Trade markt. Na wat klimmen en draaien, klimmen en draaien, beetje dalen, klimmen kwamen we in de parken.
Wat me opviel was dat we dikwijls baantje in gingen, tot einde en dan terug. Nadeel (of voordeel voor sommige) was dat de afscheiding uit wat paaltjes en soms wat lint bestond. Gevolg is dat ik regelmatig lopers inkortingen zag nemen. Ik zou dit niet kunnen, zo heb ik elke keer netjes tot einde gelopen, brede bocht genomen (kort lukt niet goed met mijn enkel) en teruggelopen. Het grappige was wat we meestal eerst klommen, terugdraaiden en dan daalden. Dat dalen was naar mijn gevoel altijd korter.
Wat kan ik zeggen over de parken? Al die indrukken en geuren, ik kan het niet beschrijven. Als je ooit eens tijd hebt en een mooie wandeling wil maken, ga eens hier kijken zou ik zeggen. Enkel mijn hooikoorts was niet zo content dat we hier liepen. Het beschreven kan ik echt niet.
Klimmen en dalen
Het gevoel van daar te lopen, kan ik wel: klimmen, klimmen ..oh we mogen eens dal..of nee terug klimmen. Dit is zo een beetje samengevat wat mijn gevoel was. In het begin liep ik constant naar boven, totdat we richting monument van Leopold 1 gingen. Toen gaf ik het op: wandelen ging vlugger. Dit was eventjes een moeilijke beslissing hoor. Ik wou echt alles lopen. Daarbij had ik besloten om te lopen op mijn marathontempo ter voorbereiding van Antwerpen. Totdat ik merkte dat door te wandelen mijn pace constanter bleef.
Doordat ik op mijn marathontempo liep, moest ik me in het begin inhouden. Gevolg was wel dat ik eenmaal over de helft, constant mensen inhaalde. Zoiets geeft toch altijd een boost.
Dorst
Het was echt een dag van primeurs hoor: ik was ook vertrokken zonder extra drinken onderweg mee te nemen. Er waren drie drankposten, normaal voldoende dacht ik. Dit was buiten de warmte gerekend. We liepen pal op de middag, dus was het warm. Die eerste warmte voelt altijd veel te warm aan. Dus wat was ik blij dat ik de eerste drankpost tegenkwam. Koud water..help, dat kan mijn maag niet aan. Dus maar wat afkoeling: bekertje in mijn nek uitgegoten. Bij tweede drankpost had ik meer geluk. Hier was sportdrank aanwezig. Besloten om goed te drinken, dus echt gestopt en rustig gedronken. Tijd kon me gestolen worden. De laatste was ook maar enkel water, dus deze maar overgeslagen.
De laatste klimmetjes
Zoals ik al gezegd heb, waren het veel lussen dat we liepen. Baantjes tot einde en terug. Zo ook de laatste kilometers. Daar zagen we het Atomium. Waren we er echt bijna? Nope, nog eens eventjes een zijspoor: baantje naar boven en terug naar beneden. Toen konden we aan de laatste klim richting Koning Boudewijnstadion beginnen. Iedereen aan de kant maar vertellen: na deze klim is het enkel nog naar beneden. Jaja dat had ik wel door, maar ik moet eerste deze helling bedwongen krijgen. (helemaal gefrustreerd was ik dus)
De verlossing
De top gehaald en dan dalen..veel te steil help..Dalen vind ik altijd lastiger dan klimmen. Maar wat zag ik daar ik de verte: een atletiekbaan. Had ik het echt gehaald? Aankomen op die piste, al die mensen (nu ja zo veel waren het er niet, maar ze maakten genoeg lawaai) Geweldige ervaring…en eindelijk nog eens drinken. Natuurlijk stond die journalist er weer. Met mijn knalrood hoofd nog een interview en dan waren we klaar.
10 miles?
Onderweg was het me al opgevallen: ofwel waren we fout gelopen ofwel klopte er iets niet? Bij elke bord (die ik zag) miste ik wel wat meters, heel veel meters. Tegen het einde dacht ik, ooh nog 5 km, was daar ineens het bord van 12km. Op het einde had ik 15 km en een beetje. Dit dacht eerst dat het mijn horloge was, maar mijn man had hetzelfde. Ook op strava zag ik dat iedereen zo rond de 15 zat. Ik vraag me nog altijd af waar die éné kilometer gebleven is.
Tevreden
Voor een last minute beslissing is het allemaal goed meegevallen. Ook ben ik dik tevreden van mijn prestatie. Ik heb er 1u52 overgedaan met een gemiddelde tempo van 7:20/km. Dit is zelfs iets sneller dan ik wil lopen op de marathon. Ik was wel verbaasd. Want dit was echt een pittig parcours. Ik had echt het gevoel dat ik enkel geklommen had, met af en toe een beetje dalen. Ook mijn beentjes voelden nadien nog goed.
Het vertrouwen voor binnen veertien dagen zit goed.
Liefs
Linda
ps: de reportage van de journalist kan je hier bekijken (ik duik ergens op): www.bruzz.be/brussel10miles
[foogallery id=”2317″]
Reacties
Goed zo, Linda!!!! Ik heb nog maar 1 keertje de 20 van Brussel en ik vond dat een hel. Het is inderdaad veel klimmen enzo. En da’s niet evident als je gewend bent van platter dan plat te lopen. En al zeker met je hooikoorts en die warmte: je hebt mijn diepste respect :*
En nu, hop, richting die marathon! Gaat je sowieso lukken! :*